De weerkalender kan gebruikt worden in alle kleuterklassen. Afhankelijk van de ontwikkeling van de kleuters kunt u de weerkalender met meer of minder kaarten aanbieden. Ook doorheen de pedagogische suggesties loopt een verticale leerlijn.

De doos bevat een bord om aan de muur te bevestigen. Daarop kunt u de volgende kaarten aanbrengen:

• 4 seizoenenkaarten;
• 12 weerkaarten (zon, witte wolken, grijze wolken, regen, wind, harde wind, sneeuw, onweer, mist, hagel, vorst/ijs, regenboog);
• 26 kledingkaarten (Nellie en Cezar hebben elk vier verschillende kaarten voor het hoofd, vijf voor het bovenlichaam en vier voor het onderlichaam. De kaarten zijn zo ontworpen dat ze onderling verwisselbaar zijn);
• thermometerkaart met schuifpijltje.

In de suggesties vindt u ook een kopieerbaar werkblad waarmee u de zelfredzaamheid van de kleuter bij het aan- en uitkleden kunt volgen. Dit persoonlijke groeiformulier kan de kleuter zelf in- en aanvullen tot en met de laatste kleuterklas. 

Tot slot krijgt u ook heel wat tips om te experimenteren met proefjes over het weer. Zo ondervinden de kleuters aan den lijve wat de verschillende weertypes betekenen. Bij elke proef is aangeduid voor welke leeftijd ze het meest geschikt is.